Hoe veel slachtoffers moeten de van overgefokte dieren overdraagbare ziektes nog maken?, vraagt NRC-columnist Marc Chavannes zich af. ‘Duizenden hart- en vaatpatiënten in Zuid-Oost Brabant worden de komende tijd getest op chronische Q-koorts. Op dit moment is al bij twintig mensen de diagnose gesteld, van wie er vier zijn overleden. In de meeste gevallen hadden deze patiënten er geen idee van dat ze de bacterie onder de leden hadden.’ Een bericht uit dagblad BN/de Stem van donderdag.  Volgens een deskundige schatting zullen tussen de 400 en 2000 mensen in de Brabantse regio, waar de besmetting is neergeslagen, de chronische vorm van Q-koorts ontwikkelen. Als zij er aan dood gaan zal de directe oorzaak alleen bekend worden als zij op Q-koorts zijn getest. Anders worden zij ingeboekt onder hart- en vaatziekten.

Daarnaast wordt de bacterie ook overgedragen via andere varkens.Volgens Bleker kunnen de ontvangstruimtes in slachthuizen niet continu ontsmet worden, en is derhalve de besmetting van varkens daar nauwelijks te voorkomen. De staatssecretaris meldt verder dat MRSA zich zo goed als zeker niet verspreidt via vlees, maar via levende dieren.Mensen die vaak in aanraking komen met levende dieren (met name varkens en vleeskalveren) behoren tot de risicogroepen voor MRSA. Bij ziekenhuisopname worden deze groepen gecontroleerd en zo nodig geïsoleerd.

In totaal zijn er nu 12.251.632 varkens, blijkt uit de meitellingsgegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ten opzichte van vorig jaar is er sprake van een minimale stijging van 70.000 dieren. Volgens Cor Pierik van het CBS zal de groei van de varkensstapel verder afvlakken. Zo langzamerhand zijn alle varkensrechten die nog niet werden benut, dat nu inmiddels wel. Pierik: "Er zit gewoon een plafond in de varkensstapel."Per varkensbedrijf worden er 1.700 dieren gehouden. Dat is ruim 8 procent meer dan een jaar geleden. De grootste bedrijven komen voor in Brabant, Limburg en Drenthe. Het totaal aantal bedrijven met varkens daalde van 7.548 naar 7.030. Het aantal bedrijven met fokvarkens ging van 3.127 naar 2.951. Het aantal bedrijven met vleesvarkens daalde harder. Dat ging van 6.518 naar 5.952. Die daling komt volgens Pierik vooral doordat de bedrijven die vleesvarkens als neventak houden er mee ophouden. Het totaal aantal vleesvarkens is echter gestegen met een kleine 29.000 dieren.Een ander opvallend punt uit de gegevens van het CBS is dat het aantal zeer grote bedrijven met 5.000 varkens en meer is gegroeid met 20 stuks. Er zijn nu 133 van dergelijke bedrijven. Opvallend is dat de meeste grote bedrijven voorkomen in Brabant. Het aantal grote bedrijven daar steeg van 58 tot 74.Het beeld dat naar voren komt uit deze gegevens is dus dat van een onverminderd voortgaande schaalvergroting. Dat beaamt Cor Pierik. Groei van de vstapels is zichtbaar in Brabant, Limburg, Utrecht, Overijssel en Drenthe.